Slimme verpleeghuizen nemen tandarts en mondhygiënist in dienst

Slimme verpleeghuizen nemen tandarts en mondhygiënist in dienst

Gebruik je verstand, blijf kauwen. Dat is zo’n beetje de boodschap van Roxane Weijenberg, die in verpleeghuizen de relatie tussen kauwen en cognitie onderzocht.

Weijenberg sprak op het lustrumcongres van de NVM over tandverlies als risicofactor voor dementie en vervroegd overlijden. Bij muizen is al aangetoond dat kunnen kauwen van wezenlijk belang is om de weg in een doolhof te kunnen vinden. Als men bij dieren de kiezen verwijdert of de occlusie verstoort, dan vermindert het leervermogen. Ook het geheugen verslechtert en er is meer cortisol in het lijf aanwezig. Opmerkelijk is dat geheugen en leervermogen weer verbeteren als er weer goede occlusie is. Bovendien verlaagt actief kauwen mogelijk stress.

Kauwgom
Uit Weijenbergs onderzoek in verpleeghuizen blijkt de duidelijke correlatie tussen kauwen en cognitie. Het onderzoek werd gedaan met 4 groepen. In groep 1 werd het kauwvermogen verbeterd. In groep 2 werd het dieet verbeterd; geen prakjes meer, maar voeding waar flink op gekauwd moet worden. In groep drie werden beide methodes aangeboden en groep 4 was een controlegroep. De cognitie van de onderzochten lag aanvankelijk erg laag. Het was dan ook geen verrassing dat minder dan 20% nog (enige) eigen tanden had. Tijdens het onderzoek werd ook bekeken hoe flink er werd gekauwd op een kauwgom die aangeboden werd. Ouderen met een lagere cognitie bleken minder goed te kunnen kauwen en deelnemers met een ernstigere vorm van dementie bleken helemaal niet meer te kunnen kauwen en pletten de kauwgom slechts een beetje.

Probleemgedrag
Het is volgens Weijenberg dus belangrijk dat ouderen goed kunnen blijven kauwen. “Helaas pakten de verpleegkundigen de klinische lessen niet altijd even goed op. Ze waren tijdens de les wel enthousiast, maar een keer per dag de tanden van alle verpleeghuisbewoners poetsen, bleek toch te veel. De familie kocht soms geen tandenborstel als daar om gevraagd was, en dus werd er niet gepoetst. Of, degene die poetste hield er maar weer snel mee op, “want het tandvlees bloedde zo”. Dat kan toch niet de bedoeling zijn? Ook valt het niet mee om iemand te poetsen die probleemgedrag vertoont.” Geen luxe. Weijenberg wil graag dat er een oplossing komt. Maar welke? Moet er een speciaal poetsteam komen in verpleeghuizen? Moeten er vrijwilligers opdraven? Weijenberg vindt in elk geval dat in alle verpleeghuizen een mondhygiënist en liefts ook een tandarts werkzaam zouden moeten zijn. “Wie mondzorg geen luxe vindt maar een noodzaak, zal het belang ervan moeten uitdragen: ga naar de cliëntenraad, spreek de familie erop aan. Wie meer ideeën heeft, mag het zeggen.”

Roxane Weijenberg is PhD-student aan de afdeling Klinische Neuropsychologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam.

Door:
Lieneke Steverink-Jorna

Bron:
Verslag door dental INFO van het NVM Lustrumcongres